Potosi en de zoutvlaktes van Bolivia
Woensdag 5 november 2008 - naar Sucre
Vandaag is het een stuk drukker in La Paz dan gisteren. Het verkeer (en onze bus) staat muurvast in het drukke verkeer. De reis naar de luchthaven duurt veel langer dan gepland. Als
we aankomen op de luchthaven worden we al omgeroepen. Roberto regelt de formaliteiten, betaalt de luchthavenbelasting en na een grondige securitycheck kunnen we bijna gelijk het vliegtuig
instappen.
De vlucht naar Sucre duurt nog geen uur. De stad ligt een stuk lager dan de plaatsen waar we de afgelopen dagen verbleven, namelijk op 2.800 meter. Sucre staat bekend als de witte stad van Bolivia
en is de officiële hoofdstad van Bolivia.
Het valt direct op dat de mensen hier veel moderner en westers zijn gekleed. In Bolivia wordt ook veel meer gebedeld dan in Ecuador en Peru. De zielige - vooral oude mensen - spreken je allemaal
aan in de hoop een aalmoes (of meer) te ontvangen.
Sucre heeft veel musea en koloniale huizen. Het hotel Independance is ook een koloniaal huis met enkele leuke binnenplaatsen. We krijgen een suite toebedeeld met een tweepersoonsbed. Ook andere groepsleden blijken een bed te moeten delen. Niemand ziet dit echt zitten. Een kamer delen met een vreemde is voor velen de grens. Roberto heeft er maar druk mee. Enkele groepsleden verhuizen voor één nacht naar een ander hotel en ons wordt beloofd dat er vanavond een oplossing komt. Heel de middag verblijf ik in het hotel, zittend in de zon op een bank voor de suite met mijn notebook op schoot. Skypen en zwaaien naar Rosalie, beetje chatten en natuurlijk weer de foto's uploaden naar www.traveljunkies.nl Heerlijk zo'n dagje rust.
's Avonds eten en drinken we in de Joyride. Als we de kaart zien, slaan Ad en ik stijl achterover van verbazing. Bitterballen, kroketten en Bossche bollen. Deze tent heeft vast een Nederlandse eigenaar. De Franse baguettes met kroketten smaken heerlijk!
Donderdag 6 november 2008 - Sucre
Vandaag met Marc de heuvel van Sucre op gewandeld om van het uitzicht te genieten. Het is alweer een heerlijke zonnige dag met temperaturen van 22-26 graden. Als we terug op het plein zijn, zien we een groepje westerse jongeren die werken voor een straatkinderenproject. Met allerlei educatieve spelletjes worden de zwerfkinderen en de schoenpoetsertjes naar een kar gelokt.
Enkele mensen van de groep boeken voor vanmiddag een excursie naar de voetafdrukken van dinosaurussen die hier zijn gevonden bij de afgravingen van een cementfabriek. Enkele anderen gaan paardrijden. Ik geniet van mijn vrije middag, zit op een terras en op het plein, wandel wat rond in de omgeving en ga ook nog een uurtje slapen. Het was vannacht namelijk een beetje laat geworden (2 uur). Eindelijk een paar uurtjes alleen. 's Avonds eten we weer heerlijk in de Joyride. Heerlijke kipsaté met Indonesische nasi. Op het plein is het feest; op een podium wordt een modeshow gehouden met muziek van Madonna. De jongens worden met luid gefluit begroet door de vele jonge meiden op het plein.
Vrijdag 7 november 2008 - Potosi
Voor de reis naar Potosi is er tegen een kleine bijbetaling een privébus geregeld. Niet dat het een luxe bus is, maar iedereen heeft een bank voor zichzelf en onze spullen zijn veilig.
De weg voert ons door een heel droog landschap. Alle rivieren staan droog en de omgeving is erg stoffig. Na ongeveer 3,5 uur komen we aan in Potosi. In de straten is het weer een drukke van belang. het lijkt wel of er overal feest is als wij aankomen.
Potosi ligt op 4.070 meter hoogte en is samen met Lhasa de hoogste stad ter wereld van zijn grootte. Potosi staat ook op de lijst van Unesco World Heritage Sites en is bekend om haar tragische historie als zilvermijncentrum gedurende de Spaanse overheersing. Tot aan het begin van 1800 is erg veel zilver vanuit Potosi verscheept naar Spanje. De werkomstandigheden van de mijnwerkers waren en zijn nog steeds erg slecht. Afrikaanse slaven werden naar Potosi getransporteerd gedurende de eerste drie eeuwen van Spaanse overheersing. Volgens de overleveringen zijn er 8 miljoen slaven om het leven gekomen.
De stad is veel mooier dan ik had verwacht. Door de straten gaat een lange optocht van diverse drum- en blaasbands. De ene speelt nog valser dan de andere. De meisjes met korte rokjes, dikke panty's en hoge hakken hebben er - aan hun gezichten te zien - niet zoveel zin meer in.
We wurmen ons door de mensenmassa.
Uiteraard dragen we onze dagrugzak op onze buik en ons geld etc. hebben we goed opgeborgen. Wij zijn namelijk gewaarschuwd voor de vele zakkenrollers in Potosi. Op de folder van ons hotel wordt
zelf gewaarschuwd voor nepagenten die je paspoort en geld vragen. Een reisleider die we in Cuzco ontmoet hebben zei letterlijk Potosi, lock your door en stay inside! Later blijkt van één
van de groepsleden een fotocamera gestolen te zijn en een ander groepslid is haar mobieltje kwijt (die is ze misschien ook zelf wel ergens vergeten).
Onze lunch gebruiken we in een niet al te fris Italiaans restaurant. De bediening bestaat uit een jongetje van een jaar of 11 met een voetbalshirt aan. De tafels en stoelen plakken, de
lichtschakelaars zijn zwart van het vuil en de TL-lampen geven door al het aangekoekte vuil ook weinig licht. De pizza is echter heerlijk (en we zijn niet ziek geworden). Wij kunnen wel genieten
van Potosi.
's Middag worden we opgehaald voor een excursie naar de zilvermijn. Allereerst dienen we een rode overal en kaplaarzen aan te trekken en een helm uit te zoeken. Vervolgens rijden we naar een straat
waar mijnwinkeltjes hun goederen verkopen. Ieder van ons moet een zak met producten kopen als presentje voor de mijnwerkers. In de plastic zak zit een cracker (om te eten), cocabladeren, flesje
alcohol (96% alcohol) en een staaf dynamiet.
De minibus heeft wat problemen om de fraai gekleurde berg op te komen. Op een gegeven moment staat het busje zelfs met één voorwiel los van de grond en moeten we allemaal uitstappen.
Halverwege de berg worden de lampen op onze helmen gemonteerd en betreden we de smalle mijnschacht. Volgens de beschrijving kan het wel 35-45 graden binnen zijn, maar in het eerste gedeelte is het
betrekkelijk koel. We krijgen uitleg van de gids en zien enkele mijnwerkers een demonstratie geven. Aangezien er een begrafenis is van één va de mijnwerkers zijn er niet zoveel mijnwerkers aan het
werk (volgens de gids).
We dalen af de mijn in. De gangen worden smaller en op diverse plaatsen zijn er aftakkingen en diepe gaten in de grond naar nieuwe gangen toe. In één van de gangen zit een zielige oude man van zo'n
60 jaar oud. Zo te zien is hij dronken en heeft hij in zijn broek geplast. Hij geeft een demonstratie hoe ze met een ijzeren staaf een gat in het plafond slaan, in dit gat wordt het dynamiet
geplaatst en tot explosie gebracht. De man is blij met ons zakje mijnwerkersgoederen. Of het verstandig is om de staaf dynamiet bij hem achter te laten betwijfel ik.
In deze gang zitten ook twee afgodingspoppen (Pacha Papa en de Pacha Mama) die aanbeden en vereerd worden door de mijnwerkers. Het offeren van sigaretten, cocabladeren en alcohol moet de
mijnwerkers behoeden voor ongelukken en het grote geld opleveren.
Aan het eind van ons bezoek is het tijd om één van onze staven dynamiet op te blazen. De lont wordt in de staaf gemonteerd en aangestoken. De gids loopt op haar gemak een gang in en komt na een
tiental seconden terug. Wij zitten op de grond in spanning te wachten. BANG. Een grote knal en een grote drukgolf vult de gang. Wouw, dat is nog eens leuk vuurwerk.
Buiten kunnen de lampen van onze helmen af en rijdt het busje verder de berg op. We hebben namelijk twee staven dynamiet die tot ontploffing gebracht moeten worden. Het dynamiet wordt klaargemaakt
voor ontsteking en er worden twee vrijwilligers gevraagd die hard kunnen rennen. Nou, dat kan ik wel, zelfs op deze hoogte. Snel nog een paar foto's genomen en dan worden de lonten ontstoken. We
moeten achter de gids aanrennen om het dynamiet op een veilige afstand te laten ontploffen. Met een brandende lont lopen we een eindje de berg op en deponeren de dynamiet op de grond.
De gids rent had weg terwijl ik denk dat ik nog wel tijd heb om een foto te nemen. Dit tot grote verbazing van de groep die op een afstandje staat te kijken. Een extra sprintje zorgt ervoor dat ook
ik op een veilige afstand sta als het dynamiet ontploft. BOEM,BOEM, de knal is in heel Potosi te horen. Verkochten ze in Nederland ook maar dynamiet!
Alle fotoseries op: http://www.traveljunkies.nl/zuid-amerika/3%20Bolivia/fotoseries/02%20Potosi/index.html
Zaterdag 8 november 2008 - Naar Uyuni
Vandaag vertrekken we pas laat in de ochtend zodat we nog een ochtend in Potosi kunnen rondstruinen. Met een groepje beklimmen we in een kerk de klokkentoren en drinken op het dak ons drankje. We
nemen foto's vanaf het dak en zien de grote gekleurde berg met al het zilver duidelijk boven de stad uitsteken.
Aan het eind van de ochtend vertrekt de bus in de richting van Uyuni. Met veel moeite lukt het om enkele ramen van de warme bus te openen. Vandaag is het een lange, stoffige rit met uitzicht over
de droge bergen en land. In totaal duurt de rit ongeveer 6 uur. Zelfs na een warme douche en schone kleding, voel ik me nog stoffig en vies. Ook mijn neus zit nog steeds vol stof.
Uyuni is een typisch woestijnstadje zoals je ze kent uit de films; brede straten, lage, armoedige huisjes en enkele winkeltjes en marktkramen. Dit stadje is wel een toeristisch oord aan het worden
omdat hier de meerdaagse excursies over de zoutvlaktes en over het hoogland van Bolivia beginnen. In het hotel is het een drukte van belang, met name in het restaurant.
Voor de verandering eten we maar weer eens pizza. Het eten in Zuid-Amerika is echt een verschrikking. In sommige plaatsen is het lastig om een goed restaurant te vinden en ze serveren allemaal
hetzelfde toeristenmenu. Pizza, pasta's en veel gerechten met patat. Iedereen die denkt dat ik door de vele inspanningen slanker terugkom, moet ik teleurstellen. Ik zal eerder aankomen dan
afvallen. Mede omdat Argentinië, waar je heerlijke grote goedkope steaks kan eten, nog op het programma staat. Zal je net zien, heb ik gisteren dit verslag geschreven, krijg ik me vandaag toch een
heerlijke steak op mijn bord!
Zondag 9 november 2008 - De zoutvlaktes
Tegen het middaguur wordt de groep verdeeld over drie Toyota Landcruisers. Op het dak ligt proviand, reservebanden, enkele scheppen en daarbij komen nog onze rugzakken. Het nieuwe avontuur kan beginnen. We gaan 3 dagen op grote hoogte over de zoutvlaktes en door de bergen genieten van het vele natuurschoon. De rit zal eindigen in Chili in San Pedro.
Net buiten Uruni stoppen we bij een stoomlocomotieven kerkhof.
Een stop verder krijgen we eerst uitleg over het winnen van zout en zien we hoe het zout wordt verpakt in kleine zakjes. Hierna kan het echte werk beginnen. De Jeeps rijden de immense zoutvlaktes op. De witte ondergrond reikt tot aan de horizon en doet pijn aan mijn ogen. Het harde zout knispert onder de banden van de Jeep. Op de harde gedeeltes rijdt de Jeep wel 70 kilometer per uur.
De tweede stop is bij een zouthotel. Het hele hotel, inclusief de bedden, tafels en stoelen zijn gemaakt van zoutblokken. Iedereen heeft echter meer oog voor de immense zoutvlaktes en de mogelijkheid om hier leuke foto's te nemen. Doordat er tot aan de horizon alleen een witte ondergrond zichtbaar is, kan je door met de afstand te spelen tussen twee objecten hele leuke foto's nemen. Als je op de voorgrond een glas bier of een bus Pringels zet en de mensen op een behoorlijke afstand erachter plaatst, lijkt het net of het glas bier enorm groot is.
In eerste instantie lukt het bijna niemand op leuke foto's te nemen. De camera's stellen scherp op het voorste object of op het achterste object. Met de goedkope compactcamera's lukt het uiteindelijk om enkele foto's te nemen. Natuurlijk wordt er weer een groepsfoto gemaakt en foto's waarop we in de lucht springen.
Ondertussen heeft de kokkin, de vrouw van onze chauffeur, het eten klaar. Een heerlijke pasta met kip. Aangezien op deze hoogte de zon erg fel is en de lucht erg zout en droog, gaat iedereen in de schaduw zitten en dienen we ons telkens in te smeren met zonnebrand en lippenbalsem.
De rit gaat verder. In de auto wordt het al lekker warm en de chauffeur en zijn vrouw hebben zo te ruiken al een tijdje geen douche gehad. We rijden langs de plaats waar enkele maanden geleden twee Jeeps boven op elkaar zijn gereden en enkele mensen zijn omgekomen. Het is onbegrijpelijk dat op zo'n grote oppervlakte twee Jeeps in botsing met elkaar komen. Zo te zien heef er een flinke brand gewoed en zijn er Israëliërs omgekomen. Bij het simpele monument hangt namelijk een Israëlische vlag.
De volgend stop is bij een bron. Hier borrelt het zoute water uit diverse gaten uit de ondergrondse rivieren op naar de oppervlakte. De rit gaat verder naar een grote punt die boven de zoutvlaktes uitsteekt. Deze vulkanische berg staat vol met cactussen. Het is erg warm als we de berg beklimmen en een rondje lopen. Opvallend is de bijna volle maan die al aan de hemel zichtbaar is. Vanaf de top is het een bijzonder gezicht om de omvang van de zoutvlaktes te zien. Na enkele uren over de zoutvlakte te hebben gereden verandert de omgeving van een uitgestrekte vlakte in een berggebied. De weg wordt weer erg stoffig.
Het is al bijna donker als we aankomen bij onze overnachtingsplaats. Het is een soort mijnwerkersgebouw met enkele slaapzalen. Het stinkt er behoorlijk. Alle mannen en alle vrouwen delen elk een eigen slaapzaal met één douche en één toilet. De bedden zien er ook niet al te geweldig uit. Er is nog geen stroom en warm water.
Tijdens de briefing krijgen we te horen dat er in verband met stakingen in Chili, die overmorgen beginnen, het programma wordt ingekort. Ze gaan ons tweedaagse programma in één dag uitvoeren. Dit
betekent morgen een hele lange dag. Ze willen om 4 uur ('s morgens) vertrekken en 's avonds de grens met Chili overgaan. Dit levert wel een extra relaxdag op in San Pedro in waarschijnlijk een
beter hotel dan deze bende.
Als het water warm is gestookt, neemt iedereen een douche. Eindelijk al het stof van je afspoelen (alhoewel het stof in onze neuzen hardnekkig blijft hangen). Buiten spelen we nog een potje
basketbal met jongetje die hier lijkt te wonen in the middle of nowhere. Dat valt helemaal net mee op 4.200 meter hoogte.
Na het eten (kip die heel de dag ongekoeld in de Jeep heeft gelegen) spelen we nog een paar potje kaart. Buiten verwachten we een mooie sterrenhemel te zien, maar de bijna volle maan zorgt er voor
dat de sterren slecht zichtbaar zijn. Om 22.00 uur wordt de stroom weer uitgeschakeld en gaat iedereen naar bed. Over enkele uurtjes gaat de wekker weer.
Maandag 10 november 2008 - Het hooggebergte van Bolivia
Zoals gepland wordt iedereen om 2.30 uur wakker gemaakt. In het pikkedonker moet iedereen zijn spullen pakken. Het indoen van mijn lenzen valt dan ook helemaal niet mee. Als ik naar
buiten loop om mijn tanden te poetsen blijkt de maan te zijn verdwenen en is de sterrenhemel op het zuidelijk halfrond van de aarde indrukwekkend. Helaas is er niet al te veel tijd om ervan te
genieten.
De spullen worden op de Jeeps geladen. Het is erg fris, maar gelukkig is het niet zo koud als ik verwacht had. In het donker gaan we op pad. De weg is wederom erg hobbelig en heel stoffig. De Jeep
is weer snel gevuld met de zeer fijne stof. De chauffeur en de kokkin hebben ook gisteravond niet gedoucht en hebben nu ook geen andere kleding aangetrokken.
We rijden ruim 3 uur tot aan de eerste stop van vandaag. Het is inmiddels licht geworden. In een mooi berggebied kunnen de eerste foto's van vandaag geschoten worden. Er zullen er nog vele
volgen!
Een stuk verder is de weg zo slecht en stijl dat we een gedeelte moeten lopen. Iedereen wordt verzocht uit te stappen en naar de top van de berg te wandelen. Alsof de trip al niet zwaar genoeg is...
Na weer een tijdje gereden te hebben doemt er een prachtig meer voor ons op. In het ondiepe water staan diverse groepen flamingo's. Het mineraal rijke water ruikt behoorlijk. We wandelen langs de oevers van het meer om zo dicht mogelijk bij de flamingo's te komen. De grond is op sommige plekken nog bevroren en op andere plekken modderig zacht. De vulkanen en bergen spiegelen mooi en zijn goed zichtbaar op de oppervlakte van het water. Er schijnen hier drie soorten flamingo's te leven.
Inmiddels is het ontbijt klaar en ontbijten we op één van de mooiste plekken op de wereld.
De rest van de lange dag stoppen we nog bij verschillende gekleurde lagunes, bij bijzondere rotsformaties en bij enkele geisers en borrelende modderpoelen. Bij één van de stops komen we nog twee Franse meiden en een Japanner tegen die de reis op de fiets doen. Ongelofelijk. Wij rijden uren, dagen zonder maar een dorpje of winkel tegen te komen over eigenlijk onbegaanbare, slechte wegen vol met rotsen. Hoe kunnen zij deze route op de fiets afleggen met voldoende proviand en reservebanden? De Japanner blijkt al twee jaar het fietsen te zijn en is begonnen in Alaska.
Midden in het woestijnlandschap krijgt de Jeep een lekke band. De andere twee Jeeps zijn in geen velden of wegen te bekennen. We helpen de chauffeur een handje met het verwisselen van de band en spelen voetbal op de uitgestrekte zandvlakte.
's Avonds om een uur of zeven kunnen we bij de grens van Bolivia onze exitstempels in de paspoorten laten zetten. We nemen afscheid van de chauffeurs en de kokkin en mogen eindelijk in een luxere bus plaatsnemen. De bus rijdt kilometers over een geasfalteerde (!) weg naar beneden, naar San Pedro op 400 meter. In San Pedro is ook de douane van Chili gevestigd en is er weer bereik met de mobiele telefoon. Snel even Rosalie bellen voordat het weer slaaptijd is in Nederland. In Chili is ook de klok weer één uur vooruit gegaan en bedraagt het tijdsverschil met Nederland nog maar 4 uur.
In Chili mogen geen natuurlijke producten zoals eten ingevoerd worden. Iedereen moet een formulier invullen waarin je verklaart dat je geen verboden goederen invoert. Elke rugzak wordt ook grondig geïnspecteerd. In een gebouw staat een lange tafel. Iedereen moet zijn rugzak erop leggen en de deuren worden op slot gedraaid. We lijken wel criminelen. De toerleider blijkt een verkeerde plaats van binnenkomst in Chili genoemd te hebben en iedereen moet het formulier helemaal opnieuw invullen. Zaten we net op te wachten na zo'n lange dag. Mijn rugzakken worden geïnspecteerd. Als ik de hoes om mijn rugzak wil doen, valt er een bus Pringels uit. Gelukkig zien de douaniers het niet en ik loop snel naar buiten...
Omdat het programma is gewijzigd, moet er in San Pedro nog een hotel geregeld. De groep wordt verdeeld over twee hostels. Onze kamer is erg basic en heeft geen toilet en douche. Op de binnenplaats van de hostel blijkt dat er wel een Wifi-signaal is. Dat is momenteel veel belangrijker dan een douche en toilet op de kamer.
Met onze vuile, stoffige kleding nog aan, gaan we de stad in op zoek naar een restaurant. Het eten in het gekozen restaurant pakt voor mij verkeerd uit. Een droog stuk vlees met droge rijst zonder gebakken uien of een saus. Als de ober het voor mijn neus neer zet, zien enkele groepsleden de verontwaardiging op mijn gezicht. Na het eten snel douchen en naar bed. Ik ben bijna 20 uur op reis geweest, maar het was het meer dan waard!
San Pedro is een klein, stoffig dorpje midden in de woestijn in het noorden van Chili. De huizen zijn over het algemeen één verdieping hoog. Het lijkt sprekend op een wild-weststadje uit
cowboyfilms. De restaurants zijn bijna allemaal erg simpel maar sfeervol ingericht met grote patio's waar een haardvuur knappert.
Alle fotoseries op: http://www.traveljunkies.nl/zuid-amerika/3%20Bolivia/fotoseries/03%20Zoutvlaktes/index.html
Reacties
Reacties
Hoi Le en Rosali,
Mooie foto´s, leuke verhalen.
Zelf heb ik jarenlang in Bolivia gewoond en ik dacht dat jullie het wel leuk zouden vinden om het volgende boek te lezen.
Titel: Uit San Lucas, met heel mijn hart; over het leven in de Boliviaanse Andes
Auteur: Saskia Pijnenburg
ISBN: 978-908666066-7
ziet er echt goed uit Leo en Roos! gr van ons
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}